De voorzitter van Anna Timmerman vzw in de krant

Op 30 juni 2023 verschenen enkele krantenartikelen met een intervieuw met Peter Vanhoutte in de krant. In deze intervieuws getuigt Peter over leven met doofblindheid en vraagt meer aandacht voor doofblinde mensen. 

Waregemnaar Peter (55) getuigt over leven met doofblindheid 

Peter Vanhoutte met zijn brailleleesregelWAREGEM - Op 27 juni wordt de internationale Helen Keller-dag gevierd. De Amerikaanse, die in 1968 overleed, voltooide als eerste doofblinde ooit universitaire studies, gaf wereldwijd lezingen en inspireerde duizenden lotgenoten. De doofblinde Waregemnaar Peter Vanhoutte (55) herdenkt de Amerikaanse pionier en vraagt tijdens deze bijzondere dag meer aandacht voor doofblinden. “Ik ben heel trots dat ik zelfstandig kan wonen.”

Helen Keller was negentien maanden oud toen ze na een ziekte niet alleen doof maar ook blind werd. Ze leerde als kind communiceren met behulp van het vingeralfabet en leerde nadien braille en tactiele gebarentaal. Ze leerde ook spreken en wist als eerste doofblinde universitaire studies af te ronden. Keller schreef verschillende boeken en gaf over de hele wereld lezingen en onderwijs aan blinden en doven.

De Amerikaanse stierf in juni 1968 op 87-jarige leeftijd. Later werd haar geboortedag, 27 juni, uitgeroepen tot internationale Helen Keller-dag, of internationale Dag voor Doofblindheid. Een belangrijke datum voor de vele lotgenoten wereldwijd, waaronder Peter Vanhoutte. De 55-jarige Waregemnaar is zelf doofblind en vraagt deze week, als voorzitter van vzw Anna Timmerman (belangenvereniging voor doofblinden, red.) meer aandacht voor de rechten en de levenskwaliteit van dove en blinde mensen.

Lormen

Peter woont zelfstandig in de René Sabbestraat en krijgt twee dagen per week hulp van Nancy Flament. “Na mijn studies in Leuven bleef ik er een tijdje hangen. In 2004 keerde ik terug naar Waregem. Het was een bewuste keuze om dicht bij het station te wonen omdat ik erg afhankelijk ben van het openbaar vervoer. Nu kan ik zelf de trein nemen om vrienden te ontmoeten en kunnen lotgenoten mij ook gemakkelijker bezoeken.”

Ons gesprek verloopt via een klavier. Ik typ mijn vragen op een toetsenbord dat verbonden is met een ander klavier waarop Peter meteen kan lezen en antwoorden. Verder communiceert hij met begeleiders, vrienden en andere doofblinden via het lorm-alfabet, waarbij je door te tikken en te strelen op bepaalde delen van de hand, letters en woorden kan vormen.

Koffiezetlichtjes

“Ik kom uit een groot gezin uit Desselgem”, vertelt hij. “We waren met tien, vijf jongens en vijf meisjes.” Peter werd slechtziend geboren, maar hoorde goed. “Toen ik tien jaar was, begonnen de gehoorproblemen. Mensen konden zich nog verstaanbaar maken door luid, traag en duidelijk te praten. Maar enkele jaren later werd ik volledig doof. Dan moest ik overschakelen naar tactiele communicatie.”

Ook zijn gezichtsvermogen ging achteruit. “Als kind kon ik mij zonder stokken verplaatsen. Ik zag obstakels op de stoep en heb zelfs een tijdje met de fiets gereden. Dat werd alsmaar slechter en nu zie ik nog enkel het verschil tussen donker en licht. Dat helpt bij de oriëntatie. Het lichte raam leidt mij naar de keuken, het andere licht naar de bureau. Ook de kleine felle lampjes op mijn koffiezetapparaat, vaatwasmachine of kookplaten zie ik. Ik vraag mij af wat ik zou doen mocht dat verdwijnen.”

Eenzaam

Peter spreekt over een zorgeloze jeugd, tot hij ongeveer twaalf jaar oud was. “Toen ik niet meer kon meespelen met mijn broers en zussen, was ik heel verdrietig. Want we gingen vaak naar de boerderij van onze grootvader, aan de overkant van ons huis. Hij had veel dieren en we hielpen vaak een handje. Ik heb lang aardappelen opgeraapt en in zakken verdeeld. Dat was een zorgeloze tijd. Ook op school was ik graag gezien, ik ging naar veel verjaardagsfeestjes.”

“Mijn broers en zussen keken later vaak tv, maar daar had ik niets aan. Ik miste mijn speelkameraadjes. Toen ik mijn gehoor verloor, had ik het bijzonder moeilijk. Het was namelijk erg lastig om met mensen te praten. Ik was bang dat ik ze niet zou begrijpen en zonderde mij af. In tegenstelling tot de jaren ervoor was ik niet graag meer onder het volk.”

Op kot

“Het voelde heel eenzaam. In die tijd was er trouwens weinig psychologische bijstand, die stond nog in zijn kinderschoenen.” Na het middelbaar trok Peter naar Leuven, om er godsdienstwetenschappen te studeren. “Dat was een goede tijd, ik heb er soms nog heimwee naar.” Ook daar was er toen nog maar weinig ondersteuning voor mensen met een beperking. Maar ik heb erg veel aan mijn klasgenoten gehad.”

Peter kon niet naar de les en studeerde op kot. “Mijn vrienden brachten boeken en notities, ik studeerde dan via een beeldscherm waarop ik de tekst groot projecteerde. Op kot hadden we wel een begeleidingsgroep, daar werden we goed omkaderd. Men hielp om boodschappen te doen, te koken, de kamer te onderhouden en te sporten en we deden zelfs samen een terrasje. Sommigen leerden speciaal het lorm-alfabet om met mij te kunnen communiceren.”

Terug in Waregem engageerde hij zich binnen verschillende verenigingen voor vrijwilligerswerk. “Ik ga in scholen praten en geef vormingen in ziekenhuizen en woonzorgcentra. We komen met enkele organisaties op voor de rechten van blinde, dove en doofblinde mensen, ook op Europees niveau. Daarom is de Helen Keller-dag zo belangrijk, dan tonen we aan andere mensen hoe ons leven eruitziet en vragen we politici en andere beleidsmensen om meer aandacht voor doofblinde mensen.”

Onschatbare waarde

Veel lotgenoten zijn enorm afhankelijk van mantelzorgers. “Ik heb gelukkig Nancy, mijn pvp (patiëntenvertrouwenspersoon). Maar niet iedereen krijgt extra hulp. Mijn wens is dat alle lotgenoten minder afhankelijk worden van hun partner of mantelzorger en een zelfstandig leven kunnen leiden, zonder afhankelijk te zijn van de goede wil van anderen.”

Dat zelfstandig wonen vindt Peter van onschatbare waarde. “Dat is erg belangrijk. Zo moet ik niet naar een voorziening of woonzorgcentrum. Ik ben blij en trots dat ik alleen kan wonen, hopelijk nog zo lang mogelijk. Zonder Nancy zou het niet lukken. We doen samen boodschappen, koken samen en lezen mijn post. Ik ken ze nu al zestien jaar en mag er niet aan denken mocht ze ooit stoppen. Eind juli gaat ze twee weken met vakantie, ik zoek al weken naar een vervanger maar die blijkt moeilijk te vinden.”

Raften op zee

In zijn vrije tijd geniet Peter van verschillende hobby’s. “Ik fiets heel graag en ga op zaterdag zwemmen met Somival. Een begeleider in het water stuurt mij, via tekens op mijn lichaam weet ik wanneer ik de rand nader. Nadien drinken we met de Somival-leden iets in de cafetaria. Ik volg ook om de veertien dagen hippotherapie in Brugge, een goede oefening voor mijn evenwicht. Voor de verplaatsingen doe ik een beroep op vrijwillige chauffeurs en de Minder Mobielen Centrale, die leveren fantastisch werk.”

Met een andere club ging hij recent zeilwagenrijden. “Maar er was te weinig wind. Plan b was raften. Het gevecht met de golven in de zee was echt spannend.” Thuis leest Peter veel en geniet hij van een wandeling, een bezoek bij of van vrienden en lekker eten en drinken. “La Rosa D’Oro in Sint-Eloois-Vijve en het Boothuis aan de vijvers vind ik heel lekker.”

“In ’t Gaverhopke in Nieuwenhove is het ook heel goed zitten. Het is er bij warm weer erg aangenaam onder de bomen. En ik probeer er graag eens een nieuw biertje uit. Verder wandel en fiets ik graag langs de Leie, de oude spoorwegberm of in het Schoondalbos.”

Een plek waar er plaats is voor verbetering is het Waregemse station. “Het perron is veel te laag en de treinen dus veel te hoog, het is echt moeilijk om er op te stappen. Hopelijk kunnen er snel aanpassingswerken plaatsvinden.”

In september trekt Peter naar Venetië in Italië en zelfs naar Bulgarije. “Op zakenuitstap. Ik geef er lezingen op conferenties en internationale bijeenkomsten. Daarnaast ga ik deze zomer veel vrienden opzoeken en plan ik een weekje te gaan fietsen met mijn zus en schoonbroer in Koksijde.”

Levi Verbauwhede

Bron: 30-06-2023 Krant van West-Vlaanderen - Lokaal - Pagina 2

 

Opinie: Oogkleppen

"The chief handicap of the blind is not blindness, but the attitude of seeing people towards them”. Dit is een uitspraak van Helen Keller, een Amerikaanse die als eerste doofblinde persoon haar universitaire studies kon voltooien, en nadien ook probeerde om haar lotgenoten een beter leven te bieden. Dat dat vechten tegen de bierkaai was, wist ze zelf ook. Het citaat hierboven alludeert op het feit dat de grootste uitdaging voor blinden niet hun ‘blind zijn an sich’ is, maar het moeten opboksen tegen de manier waarop anderen hén zien.

Onze maatschappij heeft oogkleppen op als het gaat om blinden, doven, doofblinden of mensen met een andere beperking. We houden er geen rekening mee dat ook deze groep de diepe wens koestert iets constructiefs bij te dragen aan de samenleving. Dat ook zij ervan dromen om zich nuttig te kunnen maken. Helaas is dat vaak niet mogelijk. De meeste werkgevers zonder beperkingen kunnen zich niet inbeelden hoe bijvoorbeeld een doofblinde een opdracht of job in zijn bedrijf zou kunnen uitvoeren.

Onafhankelijk zijn

Het is een strijd waar Helen Keller, als pionier, in voorop liep. In de halve eeuw na haar overlijden traden velen in haar voetsporen. Een van hen is de doofblinde Waregemnaar Peter Vanhoutte (55), voorzitter van vzw Anna Timmerman, een Vlaamse belangenvereniging voor doofblinden. Hij pleit in deze krant, in het kader van de Internationale Helen Keller-dag, opnieuw voor meer aandacht voor zijn lotgenoten. Hij vertelt hiernaast over zijn eenzaamheid van weleer en slaakt een kreet om hulp. De noodzakelijke hulp om zelfstandig te kunnen leven, zónder zich afhankelijk te hoeven voelen van anderen. Niet iedereen heeft het geluk een goeie mantelzorger of partner te hebben die hem of haar daarin bijstaat, zegt hij. Daarom moeten die oogkleppen af. Zo snel mogelijk. Enkel zo kan onze samenleving de doofblinde gemeenschap voor het eerst voor vol aanzien.

Jan Steenhoudt
Bron: 30-06-2023 Krant van West-Vlaanderen - Pagina 54